Grote Spaanse Raad van Mechelen

De Grote Raad is als gerechtshof ontstaan binnen en uit de hertogelijke of hofraad. De Grote Raad functioneerde rond 1445 als zelfstandige, voornamelijk juridische instelling, hoewel nog in nauw verband met de hofraad. In december 1473 besloot Karel de Stoute Mechelen tot vaste residentie te maken van de Grote Raad, nu Parlement van Mechelen genoemd. De leden werden op 8 december 1473 benoemd. Op 3 januari 1474 werd dit Parlement geïnstalleerd.

Plechtige openingszitting van het Parlement van Mechelen op 3 januari 1474.

Op 22 januari 1504 werden de leden van de Grote Raad te Mechelen benoemd. Op 27 januari van dat jaar werd de Raad geïnstalleerd. Als einde voor het project Repertorium Ambtsdragers en Ambtenaren is 1582 genomen, omdat in dat jaar de Hoge Raad van Holland en Zeeland werd opgericht.

In 1648 is de Republiek der Verenigde Nederlanden ontstaan. De Noordelijke Nederlanden waren daarmee gescheiden van de Zuidelijke Nederlanden. In de Noordelijke Nederlanden richtten de provincie Holland een eigen Hoge Raad op, naar model van de Grote Raad in Mechelen. Zeeland sloot zich daar bij aan. In deze periode werd het Romeins recht langzaam opgenomen in het Hollandse rechtsstelsel, al bleven de lokale rechtsstelsels (gewoonterecht) ook bestaan.

De grote raad van Mechelen is tot aan de scheiding van noord en zuid onder Philips II ca. 1580 het hoogste rechtslichaam van de Nederlanden was en als zodanig nadien voor de Zuidelijke Nederlanden nog twee eeuwen lang zou blijven voortbestaan.