Algemeen - de hoogaars

Jan Matthee was gedurende zijn leven, als hovenier en onderhoudsdeskundige van dijken en weteringen, in het bezit van "een hoogaarschuijt (Kinderdijkse hoogaars) met seijl een fock gemelt bij Corstiaan van de Grient verkocht voor f. 36 : 10 : --" blijkt uit een openbare verkoping in Puttershoek op 6 februari 1742.

De hoogaars is van oorsprong het meest karakteristieke vaartuig van de Zeeuwse wateren, gebruikt als vracht-, veer- en vissersschip. Het type komt al voor op een schilderij uit de 17e eeuw en is mogelijk ontwikkeld uit Middeleeuwse vrachtschepen, in gebruik op de bovenloop van de Maas. Er zijn verschillende subtypen bekend, als de Vlaamse, de Arnemuidense, de Tholense en 'de Kinderdijkse', die in grootte en bouw soms aanmerkelijk verschillen. De lengte over de stevens is 8 - 15m.

De Kinderdijker...

De kinderdijker is een klein hoogaarstype dat in de 18e eeuw in Kinderdijk werd gebouwd en tot in het begin van de 20e eeuw op de Zuidhollandse stromen voor de visserij, vervoer en veerdiensten werd gebruikt. Een Kinderdijkse Hoogaars was een boot van 11 tot 14 meter lang, was een open boot zonder dekken. Een 4 knieêrs was een kleine hoogaars met 4 spanten.

Al eeuwen worden schepen gebouwd van hout. Vanwege de duurzaamheid en bewerkzaamheid is eikenhout erg geliefd en bestaat de hoogaars dan ook grotendeels uit eikenhout. Om schaarste te voorkomen, mag deze houtsoort alleen voor de scheepvaart worden gebruikt. Toch raken de voorraden op en is de aanwas te traag; de kaprijpe leeftijd van eikenhout kan oplopen tot 180 jaar. Tijdens de grote ontwikkeling van de scheepsbouw is men genoodzaakt om hout elders te halen. In de Nederlanden wordt het voornamelijk uit Duitsland geïmporteerd. Als enorme vlotten wordt het hout via de grote rivieren naar Dordrecht gevaren. Hier is de grootste houtmarkt gevestigd. Vanuit deze stad worden de bestellingen, ook weer via het water, afgeleverd bij de schaapswerven. Tot 1700 gebruikt de leverancier van hout een eigen adressering, de zogenaamde ‘vlotmerken’. Zij ‘vlotmerken’ één van de stammen, zodat duidelijk is waar de bestelling naar toe moet.

Archief

De werfboeken van Fop Jansz. Smidt zijn onvolledig bewaard gebleven. Wat ervan over is, is in detail beschreven door C. de Waard. Het blijkt dat Fop Smidt al in 1775 hoogaarzen bouwde op zijn werf aan de Kinderdijk. Volgens de overlevering bouwde zijn vader Jan Smidt als eerste scheepsbouwer schepen in serie: "De onderdelen van de hoogaars werden vooraf vetvaardiqd, zodat Jan Smit ze bij bestelling alleen maar in elkaar hoefde te zetten. Zodoende kon hij al na 5 schoft (anderhalf à twee dagen) een compleet schip afleveren". Helaas zijn de werfboeken niet volledig en gaan deze niet verder terug dan 1775.

De meeste hoogaarzen waren destijds kleine schuiten van ongeveer 7 meter (24 Amsterdamse voet) lengte, die voornamelijk geroeid werden. Deze werden geleverd met raer en riemen, en een enkele met een (mast)koker. Van 1775 tot 1783 bouwde Smidt in 23 hoogaarzen. ln diezelfde periode kwamen 111 schepen voor reparatie aan de werf, waaronder 25 hoogaarzen. De hoogaars was in die tijd in het gebied van de grote rivieren kennelijk een veel gebruikt vaartuig, zowel als marktschuit als voor veerdiensten en visserij.

Een Hoogaars ... is een Hoogaars, is een Hoogaars, of toch niet | Peter Homer | 2012