In de Hoekse Waard

  • Jan Matthee (zijn gezin vermoedelijk een jaar eerder) woonde geschat tussen 1730-1741 in 'een wooninge voor den Bruycker apart' op het perceel van de hofstede de Rustenburg in Puttershoek.
  • Uit een akte (inventaris) van 1741 lezen we dat Jan Matthee in het bezit was van een Kinderdijkse hoogaars. Hij zal dit vaartuig als marktschuit, veerdiensten, visserij, onderhoud en vervoer gebruikt hebben. Hij is op 7 november 1741 of iets eerder in de buurt van Dordrecht in problemen geraakt en verdronken. We hebben de historische kranten op nagezocht maar, we kunnen niets vinden over slecht weer of een storm rond deze datum. Wel word er eind november (27 en 28) gesproken over een zware storm. De kerktoren van Egmond is toen deels ingestort. Een prachtige prent van deze kerk herinnert aan deze tijd. "Naauwkeurige afbeelding van den toren en kerk te Egmond op Zee enz. na den storm van 27 Nov. 1741 enz."
zie link: kopergravure van de toren en kerk in Egmond aan Zee, na den Storm van 27 November 1741 | Adriaan Spinder
  • Hij trad regelmatig op als last en orde hebbende (bedrijfsleider) van zijn werkgevers bij het ondertekenen van zakelijke overeenkomsten.
  • Polderarchieven Waterschap "De Groote Waard" | Polderbelasting Puttershoek, Laagen Ommeslagh jaren 1734, 1735-1736
    • Op 12 mei 1736 ondertekende Jan Matthee ''de Lage Omslag'' in het dorpshuis van Strijen [verder ->]
    • en op 8 december 1736 in Sint Joris Doele in Dordrecht onder "de Lage Omslag" [verder ->]
RAD: Beeldenbank Afb. 551_35467 | St. Joris- of Voetboogdoelen, achterzijde; ca. 1730
De Sint-Jorisdoelen is het gebouw van de schutterij. In 1732 werd op voorstel van het College van Regenten besloten de Schutterskamer voor de te houden comparitiën (vergaderingen) geschikt te maken. 
    • 7 mei 1737 was Jan Matthee in het dorpshuis van Strijen de Lage Omslag [verder ->]

Akten uit het oud notariëel van Dordrecht

11 en 12 okt. 1731 | huurcedulle | De eerzamen Jan Matthe, wonende tot Puttershoek als schriftelijk last en orde hebbende van de heeren Johan van Heijdenrijk en Johan de Witt, beide wonende tot Mechelen (erfgenamen van wijlen vrouwe Maria Johanna van den Steen weduwe wijle den weledele heer meester Jacobus van Heijdenrijk, in sijne leven raadsheer inde Hoge Rade tot Mechelen) tot het passeren vande volgens huurcedulle gepasseerd 26 aug. 1731.... woningen (gelegen in't Oost-Somerland, 't einde den straatweg van Puttershoek, bovenhuis, de schure, het warenhuis, korenmolen, den werft, een klein hoekje boomgaard achter het boeren en warenhuis gelegen, 14 of 15 fruijtboomen in staan) met 39 mergen 329 roeden 1½ morgen saeij als weiland.

 

Procuratie van den wel Ed(ele) heer Johan de With op Jan Matthe om dan eed aff te leggen wegens t collateraal

13vso

Op heden den sevensten december 1740, voor mij Gaster Mans notaris bij sijne majesteijts souv(erijne) Rade van Brabant geadmiteert tot Brussele residerende, ende inde presentie van de getuijgen hier ondergenaemt, compareerde in properen personen dan wel Edelen geboren heer Johan de Witt raatsheer vanden Rade van Staten ende president van beijde de Rekenkamers vanden Oostenrijckse Nederlande in qualiteijt van aangestelde voogd enden momboir over sijne twee minderjarige kinderen met naemen Maria, Guielmina ende Jo(ha)n Joan de Witt bij testament van wijlen den welgeboren heere Johan Ferdinand van Heijdenreijck in sijn leven tresorier deser stad Mechelen der dato den agtsten junij 1740, voor mij notario en sekere getuijgen gepassseert, welcke heere comparant heeft verclaart mitsdesen te constitueren den persoon van Jan Matthe sijnen hovenier wonende tot Puttershoeck in Holland. Om in sijn heere comparants

14

name ende van sijnen‘t wegen ter secretarie van Puttershoeck over te geven sekeren sommieren staat declaratoir vande goederen naargelaten bij den voorsc(hreven) heere Johan van Heijdenreijck ende gemaackt aan de voorsc(hreven) twee minderjarige kinderen des heere comparants ende van sijne overledene vrouwe compagnie, sustere des geseijde heere Johan van Heijdereijck, sijne neve ende vugte ende deselfs eenige geinstitueerde erfgenamen het collateraal van Holland subject, authoriserende den raete comparant bij desen den voor(oemde) Jan Matthe bij eede te doen inde rele vanden heere comparant te affirmeren dat aan voorsc(hreven) summieren staat groot drie en sestigh artikelen gestelt opde tien paginas ende bij den heeren comparant ondertekent den 29en november 1740, wel ende opregtelijck opgestelt ende gemaackt is, ende dat sijns wetens den voor(oemde) heere van Heijdenreijck geene andere goederen ’t g?ene regt subject

14vso

naargelaten regt heeft, gelovende te houde voor voor gaat valt enden van waarden te allen ‘tgene uijteragte deser sal werden gedaan onderverband als naarregten, aldus gedaan ende gepasseert binnen de stad Brussele te dage, maanden ende jare voorsc(hreven), ter presentie van s(ieur) Emanuel Joseph Lebran ende Joes Baptista Gerincx als getuijgen hiertoe verslogt ende geboden, sijnde de minute deser becleet met eene segel van sesse stuij(vers) ond(erteken)t bij den h(eer)e comparant ende getuijgen beneffens mij notaris (ondertekend) quod attestor (en was geteekent) Gaspar Mars not(ari)s (lagersstont) wij burgemeesters, schepenen en Raat de stad Brussele, oirconde ende verclaren dat m(eerste)r Gaspar Mans, de bovenstaande nota gepasseert ende geteekent hebbende is, openbaar notaris binnen dese voorsc(hreven) stad residerende, aan wiens geschrifte bij hem alsoo geteeckent men geeft volcome gelooft soo inregten als daar buijtten, ende des ten oirconden hebben wijdensegel deser voorsc(hreven) stad hier op doen drucken ende door eenen van onse griffiers onderteekenen desen twaalfen december 1740.

(was geteekent) H. . Kint

GAD: Oud-rechterlijke archieven van Puttershoek, toegangsnummer: 987, inv.nr. 37, fol. 13vso. 12-12-1740. Requesten, appointementen, geregistreerde procuraties en interogaties (1733 – 1781).