Molenstraat westzijde/hoek Ambachtsgang.

Vanaf de 17e eeuw staat hier een weeshuis (zie bovenstaande afbeelding kadasternummer 417).

  • 1816. Zijn er nog twee wezen. Schoenmaker Abraham van der Wielen huurt vrije ruimte en neemt de twee wezen in de kost.
  • 1824. Vanaf dit jaar huurt Hendrik Matthee het achterste deel van het voormalige weeshuis, komend van Dijkstraat nr. 190.
  • BR 1826-1840: op adres 65 Abraham van der Wiele, schoenmaker, geboren 1769, gehuwd met Maria Meysbergen, geboren 1764. Adam de Lint, fam. van Leeuwe. Marijnis Dirven, koperslager geb. Princenhage 1785, gehuwd met Magdalena Liers, geboren Etten en kinderen.

Overlijdensregister 1827, op adres 65 overleden op 28 november Adam de Lint, aangevers: Abraham van der Wiele en Martien van Santen, buren.

  • 1829. In dit jaar betaalt Hendrik Matthee Personele Belasting voor huis Molenstraat 65:
    • huurwaarde 20.-  0,80 | deuren en vensters 3 - 1,20 | haardstede 1 - 0,40 | meubilair 20.-  0,20 | opcenten  0,67 | Totaal 3,27

Familie Hendrik Matthee-Boermans, kleermaker, kinderen Willem en Jan Cornelis. Met Barbara Dudok, dienstmeid uit Terheijden, Sebastiaan Brabers geb. 1797, kleermaker en weduwe Huberdina Verheijen, geb 1788.

  • 1830. Begin dit jaar verkoopt de Diaconie van de Hervormde Kerk het weeshuis aan het R.K. Kerkbestuur voor Fl. 3.200. En verhuist de familie Hendrik Matthee naar Noordhaven 231, dit is op de plaats van (ongeveer) huidig nr. 138, vroegere bakkerij van Eekelen.
  • 13 juni 1830 nemen enkele zusters J.M.J. er hun intrek, Sophia Miltner en Cristina Dubois, zij komen van Noordhaven 198. Zij blijven daar tot 1836 en verhuizen dan naar de oude pastorie op adres 48, perceel 366. Het oude weeshuis wordt afgebroken voor de bouw van een nieuwe kerk, olv. pastoor Coolen. De kerk is gereed op 23 nov. 1838 (eerste H. Mis).

Ik ken dit stuk van de Molenstraat met de huisnummers 65 t/m 69 (zie onderstaande foto). Alleen van het eerste en het laatste nummer zijn de verbinding met de percelen duidelijk. Voor alle overige situatie zijn aannamens gemaakt.[1]

De panden waren voor 1988 aardig in verval geraakt en in dat jaar zijn de drie percelen nrs. 65, 67 en 69 opnieuw opgetrokken.

[1] Bron: Paul van Gool, 1999/Ger Matthee 2017