Roomskatholieke geloof

Heel het Dordtsche eiland behoort onder de beide parochiën van Dordrecht.
Onder de parochie van den H. Bonifatius behooren de burgerlijke gemeenten Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Heerjansdam, Papendrecht, Wijngaarden, Molenaarsgraaf, Oud-Alblas, Alblasserdam en Bleskensgraaf, terwijl de parochie van den H. Antonius van Padua de burgerlijke gemeenten Sliedrecht, Dubbeldam, Puttershoek, Maasdam, s'Gravendeel, Cilaarshoek en Strijen bestrijkt. Daaruit spreekt voldoende dat de beide Dordtsche parochies zich mijlen ver in den omtrek uitstrekken. Naar de vier windstreken staan de grenzen dier beide parochies bij Barendrecht, Schoonhoven, Gorinchem en den Moerdijk. Onnoodig te vertellen dat het moeilijk is om in de geestelijke behoeften der katholiek 'n die over ons Missiegebied verspreid leven, te voorzien. In bijna al de opgenoemde dorpen wonen katholieken, die hunne plichten niet meer waarnemen, omdat zij zoover van de kerk afwonen. Hulp kan hier dus slechts gebracht worden door het stichten van meerdere dezer kerkjes, en het zenden van een grooter aantal geestelijken om de bediening daarvan waar te nemen. In die richting wordt dan ook gewerkt en allereerst kwam aan de beurt het dorp Puttershoek. Oorspronkelijk heette dit dorp Pietershoek, omdat het gelegen was in den H. Pieterspolder. De parochie Puttershoek van vóór de Reformatie was daarom toegewijd aan den H. Petrus.
Puttershoek echter is voor de katholieke kerk geheel verloren gegaan; enkele Katholieken woonden er, en deze moesten 's Zondags de moeilijke reis naar Dordrecht onderriemen om hunne godsdienstplichten te vervullen. Daar is echter later verandering in gekomen.

In het jaar werd een begin gemaakt met de stichting van een reusachtige cooperatieve suikerfabriek, en omdat in de suiker-industrie bijna uitsluitend katholieke Brabanders werkten, kwam daar op eens een groote groeten katholieken met hunne huisgezinnen zich rondom de fabriek vestigen. En er was geen kerk. Er werd onderhandeld en de Directie was zoo welwillend een pakhuisje af te staan, dat eigenlijk bestemd was voor het bewaren van olie en dergelijke artikelen. Fluks werd van eenige planken een altaar getimmerd, eenige banken werden vervaardigd en Puttershoek had weer zijn Roomsch-katholieke kerk. De muren van cement, in den heginne zonder eenige versiering, worden thans gebroken door een allerprimitiefsten Kruisweg. Sieraden of beelden waren in den beginne geheel niet aanwezig, thans zijn er enkele, deels oude afgedankte uit de Dortsche parochiekerk, deels door enkele weldoeners geschonken. Achter het altaar hangt thans een kleed, dat zijn beste dagen gekend heeft en dat aan de zijde van den buitenkant der kerk vol zit met schimmelplakken. De biechtstoel doet tevens dienst als sacristie enz. Naar deze Missiestatie trekt iederen Zondagmorgen de Pastoor of een der kapelaans van de St. Antonius-parochie. Zoowel des zomers als des winters reeds vóór half zeven wordt de tocht aanvaard, die altijd per fiets, slechts bij heel slecht weer per rijtuig wordt afgelegd. Men komt er of over 's-Gravendeel of over de groote Lindt. In beide gevallen duurt de reis een uur, als ten minste het oversteken van de rivier niet te lang ophoudt.

Hoewel Puttershoek behoort onder de parochie van St. Antonius werd het de eerste jaren waargenomen door de kapelaans der St. Bonifatius-parochie, want de nieuwe
parochie had er eenvoudig niemand voor disponibel.

bron: Geschiedenis van Roomsch Katholiek Dordrecht tijdens en na de hervorming door Ign. M.P. Wils R.K. pr. Westmalle (B) 1925