Van Heijdenreijck (Gelderland)
Fragmentarische genealogie adelijk geslacht van Heijdenrijck
Gelieerd met de geslachten R(e)ijckaert(s)/Ricart, van Gerwen, van Dorth, van der Poll, Proost, van der Steen, van Steenhuis.
Van ouds is de familie van Heijdenreijck gevestigd in Gelderland. Maar er zijn sterke aanwijzingen dat dit geslacht zijn oorsprong heeft in Oostenrijk (Judenstein/Jeudenstein[1])[2]. Zij bekleedde belangrijke functies en genoten veel aanzien en de 16de – 18de eeuw. De familietak met wie Jan Matthee in zijn leven te maken heeft gehad opereerde voornamelijk vanuit Gelderland (Hedel en Driel) en heeft zich voor de 16de in de Zuidelijke Nederlanden gevestigd. Ook waren ze in de 17de en 18de eeuw gevestigd in de plaatsen Bokhoven, Wouw, Gastel, Bergen op Zoom, Mechelen (B) en Dordrecht. Wij proberen ons te beperken tot een fragment-genealogie. Wij trachten te onderzoeken welke connectie Pieter Jacques van Heijdenreijck en de familie Van der Poll met Jan Matthee had. Zie meer hierover: Jan & werkgevers ->
[1] Mogelijk een plaatsje ten zuid-oosten van Inssbruck (Oostenrijk)?
[2] Regionaal Archief Rivierenland: zegelcollectie Bommelerwaard
Heraldiek
1. Familiewapen: Gevoerd door Jan Joseph Ferdinand en zijn zusters:
In zilver twee dwarsbalken. Op de bovenste dwarsbalk een staande dwarsbalk met aande rechterzijde daarvan een klimmende leeuw en aan de linkerzijde daarvan in het midden een kleine horizontale dwarsbalk. Aan de onderzijde van het schild een gebogen dwarsbalk verhoogd met een kruisje. Dwarsbalken en kruisje van keel (rood).
Helm: niet gekroond. Dekkleden van zilver en keel.
Helmteken: een uitkomende klimmende leeuw.
2. Familiewapen: In zilver een zwarte linker schuinbalk, vergezeld van boven en van onderen van een zwarte afgesneden linker schuinbalk, uitgaande van de bovenrand van de schildvoet.
Helmteken: De afgesneden balk tussen een zilver-zwarte vlucht.
Dekkleden: zilver en zwart.
Schildhouders: Twee gehalsbande windhonden (soms twee leeuwen).
Gevoerd door het Geldersche geslacht Heijdenrijck.
Herman van Heijdenreijck (Driel, Bergen op Zoom)
Hermannus werd geboren Velddriel tussen 1619-1620, als zoon van Walraven Heijdenreijck Hermansz. heer van Jeudenstein, ossenweijder en schepen van Driel (1621, 1622) en Beatrix van den Poll.
Herman was rentmeester van Maria Elisabeth ("Isabelie"), princes, markiezin van Bergen op Zoom, gravin van den Bergh en vrouwe van de Baronie Hedel (1638-1671), Drost van Standaarbuiten (..) ex-rentmeester van Bergen op Zoom (1669).
Gehuwd (1e) Hedel (rk) 23 feb. 1647 met vrouwe Joanna R(e)ijckaert(s)/Ricart en overleden na 11 mei 1651.
Gehuwd (2de) vóór 7 feb. 1675 (echtscheiding Hedel 5 okt. 1680) met Anna Maria van Gerwen en overleden Hedel 1 maart 1694, weduwe van Marcelis van de Poll, drossaard van Hedel eerste huwelijk:
1. Jonker Wolravius van HEIJDENREIJCK, mr. der beide rechten licentiaet, heer van Bokhoven (16..), gedoopt Hedel (rk) 20 april 1642 (doopgetuigen: Joannes van den Poll loco Balduini van der Velden en Elisabeth van der Haegen uxor consiliarii Rijckaert Bruxeliensis (echtgenote van de Brusselse raadsheer Rijckaert), overleden Bokhoven 23 aug. 1720.
2. Gisberta Catharina van HEIJDENREIJCK, geboren Driel, gedoopt Bokhoven (rk) 31 maart 1647 (doopgetuigen: heer Jacobus Rijckaert en Beertjen Heijdenrijck van Driel).
3. Maria Anna van HEIJDENREIJCK, geboren Driel, gedoopt Bokhoven (rk) 16 sept.1648 (doopgetuigen: heer Dierck Bern en joffrouw Anna Cornelia de Rijck), overleden vermoedelijke Bokhoven na juli 1698.
4. Emerentiana van HEIJDENREIJCK, religieuze, geboren Velddriel, gedoopt Bokhoven (rk) april 1650 (doopgetuigen waren Franciscus de Ruijter en Hendrica Louw, de vrouw van Van der Poll, drossaard in Hedel). Ingetreden Abdij Roosendael (B) 2 sep. 1674. Emerentiana Van Heydenwijck, 21 jaar, geb(oren) Heijdel, d(ochter) van Hermanus Heijdenreijck en Joanna Rijcquardt.
Uit een ondervraging van 11 september 1674 blijkt dat de Emerantiana meedeelde dat zij ouder was dan 21 jaar, waaruit de conclusie zou kunnen getrokken worden dat zij geboren werd in Hedel in 1653. (doopgegevens ontbreken).
In de lijst van de religieuzen van Roosendael in 1698, opgemaakt bij de verkiezing van een nieuwe abdis staat vermeld dat Emerantiana dan 48 jaar was, afkomstig de Bouccault en Gueldre (Bokhoven, Gelderland). Dit gegeven is gepubliceerd door Th. Ploegaerts in Les moniales de l'Ordre de Cîteaux dans les Pays - Bas méridionauxx depuis le XVIe siècle jusqu' à la Révolutiion française: de 1550 à 1800 d' après les rapports des élections abbatiales, deel 1, Westmalle.
Deze lijst zelf bevat dus de namen met enkele gegevens van "alle" ingetreden kloosterzusters in Roosendael (B) tussen 1618 en 1795. Aan de kandidaat-novicen werden een aantal (opgelegde) vragen gesteld over familie, gezondheid, motivatie, etc. Pas na een positieve beoordeling werden zij opgenomen in het klooster. De volledige verslagen van deze ondervragingen zijn dus terug te vinden in het archief. Waarschijnlijk is de ondervraging ook gebeurd op 11 september 1674 en niet op 2 september zoals in de lijst staat.
5. Pieter-Jacques van HEIJDENREIJCK, (verder ->)
6. Elisabeth Mansia van HEIJDENREIJCK, gedoopt Wouw (rk) 29 dec. 1654 (doopgetuigen: Maria Willems in naam van Elisabeth Mansia van den Poll).
7. Henricus van HEIJDENREIJCK, gedoopt Wouw (rk) op 18 juli 1658 (doopgetuigen: Elisabeth, vorstin van Hohenzollern, in wier naam Petronella Coenen en de Edele heer Joannes van der Polle, in zijn naam Gijsbert Wijtens).
[1] François van der Jeught, Mechelen (B)
[2] Inventaris van kloosterarchivalia in het aartsbisschoppelijk Archief te Mechelen, Deel I, Constant Van de Wiel. Onder de noemer "Cisterciënzers" vinden we hierin Rozendaal terug op p. 276 | nr. 3 slaat op de bundel "Ondervraging van de religieuzen voor de professie van 1618 tot 1795".